GLB-pilot Markemodel (fase 2)

In de ontwikkeling van het Markemodel zijn we in fase 2 aanbeland: de implementatiepilot. In twee gebieden in de Achterhoek testen we het Markemodel in de praktijk: Winterswijk en ’t Klooster bij Zelhem.

Looptijd

2022-2024

Doel

Doel van deze 2e fase is het Markemodel gereed te krijgen voor toepassing in de praktijk in meerdere regio’s, zodat daarna landelijke opschaling mogelijk is. De wens is:

  • Toetsen of het model in de praktijk functioneert
  • Het Markemodel en de implementatie ervan wetenschappelijk laten analyseren, inclusief aanbevelingen voor verbetering
  • Protocollen en formats testen en doorontwikkelen voor o.a. het Regionale Omgevingsplan (ROP, het individuele Bedrijfsontwikkelplan (BOP), de Markeraad en het stapelen van beloningen
  • Vervolgpilots voorbereiden in meerdere gebieden
  • Communiceren over het model, de ervaringen en de resultaten

Aanpak

Het jaar 2022 is benut om twee proefgebieden in de Achterhoek te zoeken. In de gebieden (regio’s) Winterswijk en ’t Klooster Zelhem waren respectievelijk 20 en 15, dus totaal 35 boeren bereid om aan dit project mee te doen.  

In de Markeraad werken publieke partijen (LNV, Provincie Gelderland en Waterschap Rijn en IJssel) samen met private partijen (FrieslandCampina en Rabobank) aan milieudoelen op het brede terrein van lucht, water en land.  

In het concept Regio Omgevingsplan (ROP) staat welke doelen prioriteit hebben. Prioriteiten in een regio krijgen een hogere beloningswaarde per punt vooruitgang. De boeren zijn vervolgens met het concept ROP aan de slag gegaan. Zij bekeken voor hun eigen bedrijf hoe ze welke kwaliteitsdoelen willen halen. Bij het maken van een Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) kregen de boeren ondersteuning.  

Op basis van de individuele prestaties bepaalden de boeren in De Boerenraad voor het gebied als geheel wat haalbare kwaliteitsdoelen voor lucht, water en land zijn per specifieke regio (Winterswijk en ’t Klooster). Aan deze doelen is een waardering op basis van hun individuele score verbonden. Een waardering van goud, zilver en brons moet voor een extra prikkel om te presteren zorgen. Extra inzet en progressie richting de maatschappelijke doelen in 2030 wordt zo beloond. 

Conclusie

Het Markemodel toont veel potentie als innovatief sturingsmodel voor duurzame landbouw. De tweede fase heeft bewezen dat boeren met de juiste ondersteuning en beloningen resultaten kunnen boeken die bijdragen aan maatschappelijke doelen. Voor succesvolle opschaling zijn aanpassingen in regelgeving, financiële ondersteuning en bredere betrokkenheid nodig. Het model biedt niet alleen kansen voor een meer inclusieve en doelgerichte landbouw, maar kan ook bijdragen aan het herstel van vertrouwen tussen boeren, overheden en andere stakeholders.

Een belangrijkste hindernissen is de beperkte regelruimte en vergoedingen voor bovenwettelijke prestaties.

Eindrapportage

Projectleider

IJsbrand Snoei

Gerrit Braakman

Samenwerkingspartners

Vruchtbare Kringloop OostFrieslandCampina, Provincie Gelderland, Rabobank en Waterschap Rijn en IJssel.

Subsidieverleners